„Na de driejarige A-richting van de Middelbare Tuinbouw School in Aalsmeer begon ik in 1969 in Utrecht aan de Rijks Hogere Tuinbouw School. Dat heb ik niet afgemaakt. Na twee jaar vroeg mijn vader of ik in de kwekerij, die hij met zijn broer runde, wilde komen. Hun kwekerij in hartje Ermelo werd verkocht, mijn oom ging stoppen en mijn vader ging op een nieuwe locatie verder. Nou was ik tuinbouw gaan studeren om kweker te kunnen worden”, vertelt Bert Koppe directeur/eigenaar van KOPPE, voorheen M. Koppe B.V. „In die twee jaar heb ik toch ook wel geleerd dieper en breder tegen dingen aan te kijken en contacten overgehouden.”
De M voor Koppe stond voor Marinus, zijn opa die in 1910 voor zichzelf begon. „Best opmerkelijk voor die tijd: hij had in drie landen stage gelopen en sprak dus zijn talen. Het werd een handelskwekerij met allerlei jonge planten”, blikt Bert terug. Helaas overleed de vader van Bert in 1979, relatief kort na zijn toetreden in de kwekerij in 1971. Mede door contacten met grote Aalsmeerse namen van die tijd (Klaas Visser, Jac. de Ridder, Wed. P. Eveleens, Gebr. Man, Bevelander) specialiseerde Koppe zich vanaf 1978 in Begonia’s. „Dat was best een stap, net als de start met de veredeling in 1987/1988. En in 2007 hebben we een moderne, net nieuwgebouwde kwekerij in Aalsmeer gekocht en aangepast aan de beworteling van Begonia stekken. Sinds 2013 staan onze moerplanten op een kwekerij in Portugal”, somt Koppe enkele mijlpalen op in de 112-jarige geschiedenis van het bedrijf. Op de vraag of Koppe marktleider is komt hij met een bescheiden antwoord: „Voor de wereldwijde binnenteelt wel, denk ik”, aldus Koppe die nog altijd in het bedrijf actief is. „De sierteelt is een mooie wereld. „Zo’n reünie draagt er ook aan bij”, mijmert hij terwijl hij namen noemt van medestudenten in die korte, tweejarige periode. „In die villa, met die bijgebouwen waarin we les kregen. Hoe heette die lerares Frans ook alweer? Die was zo aardig, daar deed ik daarom wel m’n best voor. O ja, Snethlage.”