Meteen naar de inhoud

Herinneringen en verhalen voor RHTuS reünie 2012

Tekst behorende bij de presentatie van Willemien Verhoeven. Download ook de ppt onderaan deze pagina.

Jongelui, want dat waren we 45 jaar geleden! Dat ik hier sta is vanwege de overtuigingskracht van Hanneke Pompe. Ze verleidde me in een handomdraai tot iets wat ik heel moeilijk vind, n.l. iets over mijzelf en mijn loopbaan vertellen. Ik heb dat opgelost door een deel van de presentatie te besteden aan onze gezamenlijke ervaringen in de jaren 60 op de HTS.

1. Allround

De HTS opleiding was allround, van specialisatie was geen sprake. We hadden 30 vakken. De dames 29, want die waren vrijgesteld van gym. Dat was het laatste lesuur van de dag, heel comfortabel.

In mijn latere loopbaan heb ik van al die vakken profijt gehad. Misschien nog wel het meest van de vakken waar ik niet zo op gesteld was, zoals boekhouden, bedrijfseconomie en statistiek. Dat is te zien aan mijn cijfers.

Voor de liefhebbers was er ook nog een cursus machineschrijven, waar de grondbeginselen van het tienvingersysteem werden onderwezen, maar een diploma kreeg je niet.

2. Agenda van de heer Oosterhuis

Het was voor nu een verbazingwekkend kleine school met iets meer dan 100 leerlingen. Iedereen kende elkaar. Aan het begin van het jaar maakte de heer Veldman een foto van elke leerling die de leraren in hun agenda plakten, zodat iedereen in de klas direct met naam en toenaam te traceren was.

3. Afscheid direkteur Nijdam april 1964

Halverwege onze opleiding, ging de directeur, de heer Nijdam met pensioen. We hebben dat in grootse stijl gevierd. Hij kreeg een geschilderd portret van de leerlingen cadeau dat later in de gang van de school heeft gehangen, zodat hij ons toch nog enigszins in de gaten kon houden. Hij was zeer betrokken bij de school, streng en rechtvaardig. Was er een leerling ’s morgens niet op tijd in de les, dan ging hij hem persoonlijk uit bed halen. Of hij dat bij de dames ook deed is me niet bekend.
Velen hebben waarschijnlijk nog zijn Tuinbouwkundig woordenboek in 4 (8) talen.

4. Toen de enige lerares.

Mevrouw Snethlage-Hornstra gaf Frans. Ik herinner me haar als een fantastische lerares. Wat het meeste indruk op mij heeft gemaakt, is het volgende:

We kregen ondermeer een vertaling voor ons eindexamen. Mevr. S. vond dat er een paar woorden waren die we niet konden weten en waarvan de vertaling gegeven moest worden. Daar wilde de directeur, de heer Burgmans niet aan. Ze loste dat als volgt op: ze schreef die woorden aan het begin van de laatste les op het bord, met de vertaling er achter en zei tegen ons: het is heel belangrijk dat je dit onthoudt.

Verder was ze ultra modern gekleed. Ze schuwde inkijk niet en had ultra korte rokken. Haar man vertelde me later dat ze altijd met plezier meedeed met de biermaraton in de sociëteit. Tenslotte goot ze de glazen in haar decolleté  om toch maar zoveel mogelijk in te kunnen nemen.

5. Jaarfeesten

Aan de jaarfeesten heb ik heel goede herinneringen. Vanwege een groot gebrek aan meisjes, werd ik altijd gevraagd mee te doen aan cabaret en of toneel. De aardigste rol was die van La femme Muette in een stuk van Molière. Ik stond bijna alle bedrijven in een fraaie japon op het toneel en hoefde geen enkele tekst te leren.

6. Clochardbal december 1964

Veel leerlingen zaten op kamers en er was behoefte aan een sociëteit. Er kon een werfkelder gehuurd worden aan de Oude Gracht, maar eerst moest er werk worden verzet. De kelder was te laag en in de avonduren moest hij verder uitgegraven worden. Vele vrachten katteklei zijn met man en macht verwijderd. Een enorme klus. Vóór de opening werd er al een feest gegeven, het clochardbal. Achter de tap ziet u Cees Galjé, die toen een horecadiploma heeft gehaald, zodat we vergunning konden krijgen om bier te tappen.

7. Officiële opening Horticave maart 1965

De officiële opening van “Horticave” vond plaats maart 1965 en werd verricht door de heer Eijkman, onze leraar groenteteelt. Ik denk dat hij hiervoor was uitgenodigd omdat hij steeds zo met ons meeleefde. Verder ziet u Uipko Ebbens die Coen Mann was opgevolgd als voorzitter van Horticultura. Let op het bordje “Verlof A”dat we te danken hadden aan Cees Galjé.

8. Examenjaar 1966, reünie 2011

Hier ziet u een recente foto van jaargang 1966. We staan op de trap van een kasteel in Limburg. De reünie was georganiseerd door Chrit Hovens, één van de Limburgers uit onze klas. 40 jaar na ons eindexamen (in 2006) hebben we voor het eerst een reünie gehad, in Den Haag bij Coen Mann thuis. Op twee personen na hebben we alle klasgenoten op kunnen sporen. Er is toen een boekje gemaakt met daarin de levensloop van een ieder, waardoor we nu vrij goed weten wat men is gaan doen na de HTS. Graag wil ik dat in de volgende twee plaatjes laten zien.

9. Stapelen

Wat nu als ongewenst wordt gezien, gebeurde voor het jaar 1966 op vrij grote schaal. Er werd door 30% van de leerlingen “gestapeld”.

10. Wat zijn we gaan doen

Statistisch is er op dit plaatje nogal wat aan te merken, maar het geeft toch een beeld welke kant iedereen (in hoofdzaak) uit ging.

Bij onderwijs moet u denken aan universitair onderwijs. Als u onderwijs en overheid bij elkaar optelt, komt u tot zo’n 40%, toch behoorlijk wat mensen zijn semi ambtenaar geworden, ikzelf incluis.

Anders dan nu had toen vrijwel iedereen direct een baan. Ook bemiddelde de school in banen, d.w.z. bedrijven namen contact op met de directeur en vroegen naar afgestudeerde leerlingen. Al met al is iedereen is heel goed terecht gekomen.

11. Unilever Research Laboratorium Duiven 1966 – 1972

Ook ik heb indirect mijn eerste baan aan school te danken. Tijdens een excursie naar Van den Berg en Jurgens in Rotterdam werd er verteld over een nieuw Research lab in Duiven. Ik was daar enthousiast over en via via werd ik uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

Op de afdeling Landbouw, waar de enige vrouw een secretaresse was, had men allereerst dringend behoefte aan iemand die secuur alle zaden kon administreren. Ik werd, weliswaar na een testdag op Wittevrouwen, prompt aangenomen. Die administratie van het zaad had ik heel snel voor elkaar en al na enkele maanden werd ik ingezet voor het veredelingswerk van spruitkool.

12. Incompatibiliteitsonderzoek bij Brassica’s

Unilever was geïnteresseerd in het machinaal oogsten van spruiten, een belangrijk diepvries product voor de Engelse markt. Hiervoor waren hybriden het meest geschikt. Voor de zaadteelt was het incompatibiliteitsonderzoek onontbeerlijk. Mijn baas, Jan van Hal, wist als eerste doorgroeiende stuifmeelkorrels op een stempel onder de microscoop zichtbaar te maken. Dat gaf ons in korte tijd mondiaal een enorme voorsprong in kennis op dit gebied. Met erg veel plezier heb ik bij Unilever gewerkt. Achteraf gezien was het mijn leukste baan en mijn beste werkgever.

13. Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland 1972 – 1975

Een lichtzinnige overstap. Begin 1972 kreeg ik een aanbod van een collega van mijn vader die rentmeester was, om gedetacheerd op zijn kantoor, voor de EZH te gaan werken. Dat viel samen met forse inkrimpingen en bezuinigingen bij Unilever Research. Ik heb toen gedacht: ik werk hier al vijf en half jaar, waarom niet eens iets anders. En misschien zou ik later het kantoor van mijn vader over nemen. In die periode heb ik zakelijk rechten gevestigd en bouwschades geregeld voor de aanleg van een 380 KV hoogspanningsleiding die liep van Krimpen a.d. IJssel naar een nieuw aan te leggen centrale op de Maasvlakte. Zo raakte ik bekend in de wereld van het onroerend goed.

14. Taxateur bij NS

Voorjaar 1975 solliciteerde ik bij NS als taxateur, toen de grootste onroerend goed eigenaar van Nederland. Het werk was zeer gevarieerd. Het omvatte verhuringen, verpachtingen, overleg met gemeentes over OZB aanslagen, grondaankopen voor verbetering van lijnen en voor de aanleg van nieuwe lijnen, aan- en verkopen van dienstwoningen, verkopen van verlaten spoorbanen. Alles door heel Nederland. Binnen NS was dit een fel begeerde baan.

In die tijd haalde ik onder andere mijn makelaarsdiploma. Dank zij mijn HTS diploma kreeg ik vrijstelling voor de onderdelen economie en boekhouden. Publiek- en privaatrecht was voor mij niet moeilijk vanwege de HTS. Het heeft me veel voordeel opgeleverd, want dat examen was ieder jaar een slachting (70 tot 80% zakte).

15. Flevolijn op het “Oude Land”

In de periode 1975 – 1985 werden er nogal wat nieuwe spoorlijnen aangelegd.

De Schiphollijn, de Veenendaallijn en tenslotte de Flevolijn. Samen met kantoor Houdinge heb ik de grondverwerving voor de Flevolijn gedaan op het “oude” land. Daar moest een deel van een volkstuincomplex onteigend worden. Per tuin heb ik de zaak geïnventariseerd en gewaardeerd. Ik heb toen veel plezier gehad van mijn kennis van bloemen, struiken en bomen. Gelukkig konden we tenslotte compenserende grond aankopen, zodat het complex als één geheel kon blijven bestaan.

16. Niet naar Planologie

Om redenen van persoonlijke aard besloot ik te vertrekken bij “taxaties”, maar eerst te proberen om binnen het concern een andere baan te krijgen. Na een test en advies van Personeelszaken solliciteerde ik bij de afdeling Marketing. Die baan kreeg ik toen niet, maar vlak erna werd ik benaderd door de afdeling Planologie die me graag wilde hebben op de plaats van iemand die met pensioen zou gaan. Het “klikte” bij het eerste oriënterende gesprek met René, met wie ik anderhalf jaar later ben getrouwd. Toen die vacature een aantal maanden later vrij kwam, heb ik dus niet gesolliciteerd. Kort daarna kon ik bij marketing op de afdeling vervoersintegratie aan de slag.

17. Vervoersintegratie, 1985 – 1990

Verkeer en Waterstaat eiste dat er een betere afstemming zou komen tussen trein en bus. Vele studies werden gestart en ik vergaderde van Groningen tot Maastricht en van Den Haag tot Doetinchem. Soms werd er niets bereikt en soms heel veel. Het z.g. IGO project in de Achterhoek, samen met de GSM, was zeer succesvol. De aansluitingen werden perfect, de verkeersleiding van beide bedrijven hielden contact en waarschuwden bij vertraging, waarbij trein danwel bus enkele minuten bleven wachten. De strippenkaart werd geldig op de trein en het treinkaartje werd geldig op de bus. Veel hiervan komt op het conto van Frank van Setten, toen directeur van de GSM. Samen met hem kreeg ik in 1992 voor dit project de reizigersprijs van ROVER, een landelijke OV organisatie.

18. Produktontwikkeling Agglo Regio, 1990 – 1995

Bij Marketing maakte ik promotie. Ik werd in 1990 hoofd productontwikkeling Agglo Regio, zeg maar alles wat met stoptreinen te maken had. Daar hoorden toen diverse specialisaties onder: zoals: dienstregeling, de stations (> 400), rijdend materieel, voor- en natransport, reisinformatie en sociale veiligheid. We waren met een jonge enthousiaste club en we hebben, naar mijn idee, te kort hieraan kunnen werken. Wèl is toen de aanzet gedaan om de kleine stations niet te sluiten en alleen van automaten te voorzien, maar om er bedrijvigheid in te vestigen. Deels is dat later gebeurd, denk b.v. aan AH to go.

19. Van alles wat 1995 – 2002

In de periode dat Den Besten president directeur was, zijn heel veel bedrijfsonderdelen verzelfstandigd. Er moest winst gemaakt en het concern zou naar de beurs gaan. Alles wat overbodig leek werd opgeheven. Zo ook de afdeling Marketing. Ik heb toen zo’n zeven jaar een zwervend bestaan geleid binnen het concern. Ik pakte aan wat ik kon krijgen aan werk.

Zo gebeurde het dat ik gevraagd werd voor de marketing afdeling van NS Cargo, waar ik een aantal jaren voor werkte. Ook voor andere bedrijfsonderdelen heb ik gewerkt, advies gegeven op gebied van onroerend goed, subsidie aanvragen gemaakt voor ontwikkelingsprojecten.

In 2002 kon ik met pre pensioen en dat heb ik toen graag gedaan.

20. Schadeschap Luchthaven Schiphol, 2006 – 2012

Na een paar pensioenjaren werd mij gevraagd in te vallen voor iemand die met zwangerschapsverlof ging. Ze was secretaris van een Adviescommissie van het Schadeschap Luchthaven Schiphol. Voor die commissie heb ik rapporten gemaakt voor schadeclaims van woningbezitters, die schade leden t.g.v. geluidshinder veroorzaakt door opstijgende en dalende vliegtuigen op Schiphol. Het was part time werk. Wat IT betreft liep ik ver achter, dus ik heb heel wat in moeten halen op dat gebied. Verder was het heel leuk om weer tussen de jonge mensen te zitten en mee te draaien in de maatschappij. Recent heb ik achter dit werk een punt gezet, ik wilde meer tijd voor mijn hobby’s.

21. Hobby’s

Tuinieren, lezen, reizen, patchwork, geologie en historie, wandelen.

Slot

Maar heel belangrijk is de vraag: zou ik voor die opleiding zoals die toen was, opnieuw kiezen?
Daar kan ik volmondig “ja”op zeggen. Die brede opleiding, daar heb ik later heel veel plezier van gehad. Maar ook die klas was ontzettend leuk. Alles bij elkaar waren het fantastische jaren.

Download hier de bijbehorende presentatie als pdf